De Carpinus betulus

Haagbeuken staan ook wel bekend om de Latijnse naam Carpinus Betulus. Het is een plant die zijn bladeren verliest. Ze kunnen groeien tot maar liefst 20 meter en zijn prachtig in een haag, maar staan ook mooi op zichzelf. Je kan een lage of een hoge haag maken, wat je kan snoeien naar een strakke vorm of juist weelderig laat bloeien. Het zijn inheemse plant waarden en uitstekend geschikt voor insecten en vogels. De appelvink en de boomklever zijn dol op de zaden in de beuken, die in de herfst tevoorschijn komen. Het is een gemengde haag voor vogels en er groeien geen bloemen of bessen.

De verschillen tussen een haagbeuk en een beukenhaag

De haagbeuk wordt weleens verward met de gewone beuk, die in het Latijns de naam Fagus sylvatica draagt. De nederlandse namen lijken inderdaad best veel op elkaar, toch is het geen familie van elkaar. Het verschil is ook groot. De bladeren van de haagbeuk heeft een grovere structuur en zijn ook meer gekarteld. Ook groeien ze het liefst op een natte of een normale bodem, plaats ze dan ook niet op een te droge plek. De beuk houdt wel van natte grond. Er is ook een verschil qua het verliezen van bladeren. Haagbeuken verliezen de bladeren terwijl de bladeren van een beuk verdorren en gewoon blijven hangen. De haagbeuk loopt in het voorjaar weer uit. Beide zijn ze wel zeer sterk en ze doen het goed in de winter.